DOETINCHEM - De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester van Doetinchem een bedrijfspand in die gemeente terecht sloot. De eigenaren van het pand stapten naar de rechter, omdat zij vanwege de sluiting van het pand financieel zwaar geraakt worden. Volgens de rechter is de sluiting van het pand noodzakelijk. Deze sluiting heeft financiële gevolgen, maar deze zijn niet zodanig dat de burgemeester niet tot sluiting mocht overgaan.

De politie trof bij een inval in het pand in februari 2023 grote hoeveelheid goederen en grondstoffen aan die gebruikt worden voor het produceren van synthetische drugs. Dit was de aanleiding voor de burgemeester om het bedrijfspand in mei 2023 voor 1 jaar te sluiten.

Bedrijfspand was verhuurd

De eigenaren van het pand verhuurden het bedrijfspand aan iemand anders. Zij hebben nooit een vermoeden gehad dat er illegale goederen aanwezig waren in het pand en/of dat er sprake was van illegale activiteiten door deze huurder. Volgens de eigenaren raakt de sluiting van het pand hen onevenredig financieel zwaar. Volgens de burgemeester deden verhuurders onvoldoende om te voorkomen dat het bedrijfspand op illegale wijze gebruikt is.

Toezicht

Volgens de voorzieningenrechter mag je van degene die het pand verhuurt verwachten dat die toezicht houdt op het pand. Het is dan niet genoeg dat zij het pand bezoeken, maar de verhuurder moet ook controles uitvoeren die gericht zijn op het gebruik van het pand. De eigenaren stellen dat zij maandelijks controles uitvoerden in het pand in het in het kader van de sprinkler- en brandinstallatie. Hiervan zijn geen stukken overlegd en dit zijn geen controles die gericht zijn op het gebruik van het pand door de huurder.

De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoekers concreet hadden moeten maken hoe zij toezicht hielden op het pand. Nu zij dit niet deden, stelt de gemeente terecht dat zij onvoldoende toezicht hielden. De burgemeester mocht het bedrijfspand sluiten.

Bezwaarprocedure

De eigenaren kunnen nu 1 jaar lang geen gebruik maken van het pand. Dus ook niet in december het vuurwerk opslaan en van daaruit verkopen. Of de duur van de sluiting onevenredig is, is iets wat volgens de voorzieningenrechter in de bezwaarprocedure verder moet worden besproken. Dat heeft nu geen spoedeisend belang.