DOETINCHEM - Medewerkers van een pizzeria in Doetinchem krijgen de schrik van hun leven als zij aan het werk zijn op de avond van 6 september 2024. Plotseling staan twee mannen in de zaak: een 19-jarige man uit Arnhem en een 20-jarige uit de gemeente Montferland. Zij richten een doorgeladen wapen op de medewerkers en schreeuwen om geld. Het tweetal gaat er met de kassa vandoor. Het Openbaar Ministerie eiste vandaag in de rechtbank in Zutphen deels voorwaardelijke gevangenisstraffen tegen de verdachten.

Dat de twee verdachten die vandaag voor de rechter staan de overval hebben gepleegd, staat wat het Openbaar Ministerie betreft onomstotelijk vast. De overval staat geheel op camerabeelden, medewerkers van de pizzeria hebben erover verklaard en ook een getuige die buiten op zijn pizza stond te wachten heeft de overvallers gezien. Op het moment dat de verdachten wegvluchtten van de plaats delict is een schot gelost met het wapen. Op de kogelhuls zat DNA van de 19-jarige verdachte en de scooter waarop hij vluchtte staat op zijn naam. Het telefoonnummer dat hij in gebruik had, straalde aan bij een mast in de buurt. De officier van justitie: “Ontkennen heeft geen zin, en dat doet deze verdachte ook niet. Echter, hij was niet alleen. Hij was samen met de 20- jarige die ook vandaag alle betrokkenheid ontkent.”

Signalement

De 20-jarige verklaarde bij de politie dat hij thuis aan het inpakken was voor een vakantie, maar die verklaring blijkt niet te kloppen. De 20-jarige voldoet bovendien aan het signalement van de tweede verdachte. Zelfs de plek en de vorm van de tatoeage op zijn linkerhand vertonen sterke gelijkenissen met wat op het beeld te zien is. Op een ander filmpje dat op de bewuste dag is gemaakt, zijn drie jongens op een scooter te zien, waaronder zeer waarschijnlijk de twee verdachten. De twee verdachten kennen elkaar en trekken op de dag en avond van de overval met elkaar op. Tot slot kan de betrokkenheid van de 20-jarige worden afgeleid uit telefoongesprekken die de 19-jarige verdachte met zijn broer en vrienden voerde vanuit de gevangenis tijdens zijn voorlopige hechtenis. Daarin heeft hij het onder andere over zijn medeverdachte, wiens idee het zou zijn geweest “en die nog gewoon vrij is”. Hij noemt ook de naam, afgekort, en de bijnaam van zijn medeverdachte.

De officier van justitie: ”Ik hoef niemand uit te leggen hoe ernstig dit is. Er waren relatief jonge mensen binnen, die hard werken om een centje bij te verdienen. En dan komen er twee enge gemaskerde jongens binnen die een vuurwapen op hen richten. Waarom? Omdat zij op een snelle manier aan geld willen komen. Niet door zelf hard te werken, maar door de medewerkers ontzettend bang te maken. Deze verdachten hebben daarbij enkel aan zichzelf gedacht.”

Strafeis

In het reclasseringsadvies is te lezen dat beide verdachten hun leven inmiddels beter op de rit hebben. De officier heeft daar rekening mee gehouden in de strafeis. “Maar ik kan het de maatschappij absoluut niet uitleggen als deze verdachten met een paar maanden voorarrest zouden hebben afgerekend voor deze overval. Dat zou totaal geen recht doen aan de zaak”, betoogde zij in haar requisitoir.

Wat het OM betreft zullen beide verdachten, die geschorst zijn uit de voorlopige hechtenis, terug moeten naar de cel. Tegen de 19-jarige verdachte werd een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk geëist. Met aftrek van de tijd dat hij in voorlopige hechtenis heeft gezeten, zou hij nog een celstraf van ongeveer een jaar moeten uitzitten. De 20-jarige hoorde een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk tegen zich eisen. De hogere straf is volgens de officier van justitie passend, omdat deze verdachte geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden.