ZUTPHEN - De rechtbank veroordeelt een 47-jarige man uit Almere en een 32-jarige vrouw uit België voor het ter beschikking stellen van hun woning waar een Franse man 46 dagen werd vastgehouden. Zij krijgen beiden een gevangenisstraf van 24 maanden.


Op 14 november 2021 werd het slachtoffer – door onbekend gebleven personen – ontvoerd in de buurt van Parijs in Frankrijk en vervolgens naar een woning in Aerdt gebracht. Daar werd de man geboeid en vastgemaakt aan een ketting. Ook werd er een muts tot over zijn neus getrokken. De man verbleef al die tijd vastgebonden op de zolder. Af en toe kreeg hij eten. Hij moest zijn behoefte doen op een emmer die zo nu en dan werd geleegd. Op 31 december 2021 kon de man uiteindelijk zijn boeien afkrijgen en vluchtte hij uit de woning. Zo kon hij zichzelf bevrijden


Duo ontkent

De man en de vrouw ontkenden iets met de ontvoering te maken te hebben. De advocaten betwijfelden of het slachtoffer wel in de woning van de man en vrouw vastgehouden werd. Volgens de rechtbank blijkt uit de verklaring van het slachtoffer en het aangetroffen DNA van hem op de zolder in de woning, dat het slachtoffer wel op de zolder werd vastgehouden. Het slachtoffer sprak ook van een stel dat op de benedenverdieping van de woning aanwezig was. Zij waren volgens het slachtoffer niet één van zijn bewakers of verzorgers.

Medeplichtig

De rechtbank spreekt de man en vrouw vrij van het medeplegen van het van de vrijheid beroofd houden van het slachtoffer. Wel vindt de rechtbank dat de man en vrouw medeplichtig zijn door hun woning ter beschikking te stellen en het slachtoffer geen hulp te bieden.

Vrijspraak van drugsgerelateerde verdenking

De vrouw werd daarnaast verdacht van het bezitten van grondstoffen en voorwerpen die waren bestemd om harddrugs te produceren. Op 10 februari 2021 doorzocht de politie de woning van de man en vrouw. De man was toen langdurig afwezig. In de schuur troffen agenten een grote hoeveelheid chemicaliën aan die geschikt zijn voor het bewerken en vervaardigen van cocaïne. De rechtbank vindt - net als de officier van justitie en de advocaat - dat niet overtuigend kan worden bewezen dat de vrouw wist dat die goederen in de schuur stonden, omdat er meerdere personen op het erf kwamen en er veel goederen in de schuur stonden gestald.

Strafbepaling

De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 40 maanden voor zowel de man als vrouw. De redelijke termijn voor afdoening van zaken is in beide zaken met 14 maanden overschreden. Hiermee houdt de rechtbank rekening bij het opleggen van de straf. Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met vergelijkbare zaken. Daarom legt ze een gevangenisstraf op van 24 maanden.