Op 15 december 2024 heeft de politie bij een natuurgebied een man aangehouden, die op dat moment in bezit was van een (niet werkend) 3-D-geprint vuurwapen zonder slagpin. In zijn woning in Winterswijk zijn vervolgens twee trekkersgroepen en een voorwerp dat op een raket leek aangetroffen.
Geen trainen voor een aanslag
Volgens de officier van justitie heeft de man die voorwerpen gemaakt en voorhanden gehad om uiteindelijk daarmee een terroristische aanslag te plegen. De rechtbank gaat hier niet in mee. De rechtbank stelt vast dat uit de berichten die de man via X verstuurde niet kan worden afgeleid dat de man een terroristische aanslag voor ogen had. In de berichten wordt enkel gesproken over 'knowledge spreading'. Er is op de computer van de man ook een document aangetroffen wat daarover gaat. Uit de berichten leidt de rechtbank daarom niet af dat de man een terroristische aanslag voor ogen had. De man hield er in de periode van zijn aanhouding een verwerpelijk gedachtegoed op na. De rechtbank oordeelt dat dit nog niet betekent dat op grond daarvan gezegd kan worden dat de man uiteindelijk de bedoeling had om een terroristische aanslag te plegen. Niet iedereen met een verwerpelijk gedachtengoed is in potentie een terrorist.
De computer en telefoons van de man zijn onderzocht. Daarop is niets aangetroffen waaruit afgeleid zou kunnen worden dat de uiteindelijke bedoeling van de man het plannen van een aanslag was. De raket is onderzocht en ook daarin zijn geen explosieve stoffen aangetroffen. In de woning van de man is ook niets aangetroffen wat daarmee verband zou kunnen houden. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van de verdenking dat hij bezig was met het trainen voor een terroristische aanslag.
Wel veroordeelt de rechtbank de man voor het in bezit hebben en het maken van 3D-geprint wapen en onderdelen daarvan.
Bijzondere voorwaarden
De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij met het wapenbezit bijdraagt aan de risico's en gevaren die kleven aan illegale wapens en de gevoelens van onveiligheid in de samenleving die daarmee gepaard gaan. Uit het reclasseringsadvies volgt dat de man zijn leven op meerdere vlakken niet op orde heeft. De rechtbank oordeelt dat het in belang van de man en de maatschappij noodzakelijk is dat de man zijn leven op de rit krijgt en daarmee de kans op herhaling voorkomt. Daarom zijn er aan het voorwaardelijke strafdeel bijzondere voorwaarden verbonden. Zo geldt onder andere een meldplicht bij de reclassering en de man moet meewerken aan een behandeling. Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 3 jaar.